Voor Tableau Magazine ga ik op bezoek bij jonge kunstenaars en vraag hen hoe hun Corona jaar is geweest.

Precies een jaar geleden trad het Corona virus ons land binnen. Een jaar met nauwelijks tentoonstellingen, openingen of evenementen. De mogelijkheden om je als jonge kunstenaar aan de wereld te laten zien, waren veel beperkter dan die van eerdere generaties. De Corona crisis raakt bijna iedereen hard, zeker ook de jonge kunstenaars. Een grote donkere derde golf dreigt, maar er lijkt ook wat licht aan de horizon te komen. Winkels mogen vanaf 3 maart weer mensen ontvangen. Op afspraak weliswaar, maar voor een “winkel” als een galerie is ontvangen op afspraak juist een effectieve manier.

Ik ging op bezoek bij Janine van Oene en vroeg haar hoe zij het Corona jaar heeft beleefd en wat haar plannen zijn. Janine van Oene (1988) studeerde in 2014 af aan de HKU en werd daarna direct toegelaten tot De Ateliers. Haar werk werd aangekocht door belangrijke collecties en ze won de Koninklijke Prijs Vrije Schilderkunst en de Jeanne Oostingprijs. Haar werk wordt gerepresenteerd door Gerhard Hofland Galerie in Amsterdam.
Het jaar 2020 begon voor Janine met een spannende residency in Los Angeles, waar zij veel inspirerende mensen heeft ontmoet. Dit avontuur zou een vervolg krijgen met een vakantie in Mexico, maar toen ging de wereld op slot. Het toeval wilde dat zij in maart een nieuw atelier kreeg toegewezen op het WG plein in Amsterdam Oud-West. Met haar vrienden heeft ze daar de eerste lockdown klussend doorgebracht.
Ondertussen waren alle fysieke mogelijkheden om haar werk te tonen verdwenen. Dit betekent veel minder inkomen. De tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is voor veel kunstenaars een vangnet gebleken. Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als hun inkomen door de Coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt.

Het jaar had voor Janine nog veel meer verrassingen in petto. In de zomer ontving zij de Jeanne Oosting Prijs. Deze wordt jaarlijks toegekend als waardering voor individuele artistieke kwaliteit binnen de figuratieve kunst. Uniek aan de prijs is dat de jury volledig uit collega-kunstenaars bestaat. De overzichtstentoonstelling was bij De Collectie Groen in Arnhem. In die periode was het nog mogelijk publiek te ontvangen, weliswaar in kleine aantallen, maar anno nu voelt dat als een walhalla.
Janine won in 2017 ook al de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. Het winnen van dergelijke prestigieuze prijzen is heel belangrijk voor de carrière van een kunstenaar. Het is een kwaliteitsstempel die je lang kan meedragen. Verzamelaars en collecties volgen de winnaars op de voet en dit verhoogt de vraag naar het werk, de galerieprijs en dus ook het inkomen van de kunstenaar.
In het najaar werd er mede hierdoor gelukkig weer een aantal schilderijen verkocht via een groepsshow in de galerie. Er ontstond bij haar galeriehouder Gerhard Hofland het idee om een serie van tien kleinere schilderijen te maken. Bij een hogere verkoopprijs wordt het voor een deel van het publiek lastiger om groot werk te kunnen aanschaffen. Je wordt als kunstenaar ook uitgedaagd om op een formaat te werken dat je niet gewend bent. Hierdoor krijg je nieuwe inzichten. Het maken van deze nieuwe serie bleek dus zowel commercieel als artistiek een goed idee. Het is een voorbeeld hoe een galeriehouder en een kunstenaar idealiter samenwerken.
Uiteindelijk kreeg het virus ook Janine te pakken. Gelukkig is zij daar goed van hersteld en kan zij terugkijken op een, in veel opzichten, positief jaar. Bijna een beetje beschamend voegt ze toe dat dit zeker niet voor al haar collega kunstenaars geldt….
Kijk hier naar mijn ontmoeting met Janine.
De komende maanden ga ik meer kunstenaars vragen hoe het met hen gaat. Heb jij vragen? Mail ze dan naar info@jackobrinkman.nl dan proberen wij ze te beantwoorden.